Composteren

Composteren

Eeuwenoud en actueel

Compost is een donkere, bijna zwarte, kruimelige substantie uit organisch materiaal, die kan worden ingezet als meststof en bodemverbeteraar. Compost is het resultaat van een natuurlijke vertering, een rottingsproces. Die natuurlijke processen doen zich al miljoenen jaren voor in de strooisellaag in bossen. Bacteriën, schimmels en allerlei micro-organismen breken daar gevallen bladeren, takjes en twijgjes af en zetten dat om in voedingsstoffen voor de bodem. Die voedingsstoffen komen langzaam vrij en voeden zo terug de planten en bomen. Composteren is het natuurlijke proces versneld en gecontroleerd uitvoeren van dat natuurlijke proces.

Voor het project 'Water & Land' werkten Centrum Agrarische Geschiedenis en Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland samen met landbouwers, onderzoekers en ondersteunende organisaties rond composteren. Een praktijk die niet traditioneel als immaterieel erfgoed wordt gezien, maar wel een lange geschiedenis kent en heel wat traditionele kennis in zich herbergt. Bovendien krijgt het (boerderij)composteren de laatste jaren weer meer aandacht. Reden genoeg voor ons om op zoek te gaan naar nieuwe inzichten over deze eeuwenoude landbouwpraktijk.

composteren 1

Composteren is eeuwenoud. Van de Romeinse periode tot vandaag werd compost gebruikt, in verschillende vormen en de zogenaamde 'composthoop' was bekend onder verschillende benamingen: smoorhopen, teerhopen, mesthopen, smooraarde, teeltaarde, smoringen, karsel... Welke naam er ook gebruikt werd, Vlaamse en Nederlandse boeren maakten eeuwenlang gebruik van hun eigen organische afval om de door gewassen uitgeputte bodems te voeden.

“Onze voorzaten schijnen een echte voorliefde gehad te hebben om met allerhande organisch afval, bagger en andere vette aarde, akkermest te maken. Dit waren de smoorhopen, smooraarde, smoringen of de karsel” – Lindemans, Geschiedenis van de landbouw, deel 1, p. 68

In de jaren 1920 startte de verwetenschappelijking van composteren, en groeide de aandacht voor de bodembiologie. De ecologische beweging reageerde op de opkomst van chemische meststoffen en poneerde dat landbouw biologisch en ecologisch sluitend moest zijn.De ontwikkeling en aanpassing van compostering aan groeiende mechanische processen in Europa verliep in de jaren 1930-1940 langzaam. De concurrentie met andere afvalverwerkingsmethoden, zoals verbranding, een gevestigde waarde als het op afvalbeheer aankwam, vertraagde de ontwikkeling van compostering nog meer. Na de Tweede Wereldoorlog stond het motto ‘Nooit meer honger’ voorop, met enorme veranderingen, specialisatie, schaalvergroting en mechanisatie in de landbouw. Ook kunstmest kreeg een belangrijke rol in deze landbouwindustrie. Die doorbraak van kunstmest duwde composteren verder in de hoek van biodynamische en ecologische landbouw, en maakte dat de techniek eerder beperkt werd toegepast. In de niche van biodynamische en ecologische landbouw bleef composteren wel aanwezig, en werden nieuwe technieken ontwikkeld. Vanaf de jaren 1980-1990 nam de verwerking van groenafval en groente-, fruit- en tuinafval een grote vlucht in Vlaanderen en Nederland, die het composteren uit de niche bracht. Onderzoek naar composteringstechnieken werd gevoerd, machines voor composteren werden ontwikkeld en grootschalige composteerinstallaties zagen het levenslicht. Dat alles droeg bij aan een heropleving van compost, in moestuinen, siertuinen maar ook bij enkele landbouwers – vooral zij die zich toelegden op biologische of regeneratieve landbouw.

Ik denk dat kennis van vroeger van hele grote waarde is. Hier zaten boeren voor ons die generaties lang dit landschap en de bodem hebben leren kennen. Wij nemen dat zeker mee. We kijken bijvoorbeeld ook naar historische kaarten. Daarin zie je hoe een landschap vroeger werd ingedeeld. En vaak zijn dat hele bewuste keuzes. Boeren wisten waar het nat is, waar een droge plek is, waar je het beste je fruitgaard kan aanplanten

– Iris Claessens, Natuurinclusieve boerderij ‘t Sierveld

composteren 3

Compost gebruiken was dus en is nog steeds een techniek met veel waarde voor land- en tuinbouw. Het is tegelijk een bodemverbeteraar, meststof, kringloop én klimaatoplossing. Composteren biedt als oude landbouwpraktijk – en vorm van immaterieel erfgoed – veel kansen voor ecologische duurzaamheid, bodemgezondheid en klimaatadaptatie. Compost verhoogt het organische stofgehalte in de bodem, zorgt voor een betere bodemstructuur met een makkelijkere waterinfiltratie en vermindert daardoor erosie. Compost zorgt voor een actiever bodemleven, werkt verzuring tegen, voorkomt uitdroging van de bodem. En het levert traagwerkende nutriënten, zoals stikstof en fosfor, die compost ook een waardevolle bemestingswaarde geven.

Onze bodem levert heel wat ecosysteemdiensten – of anders gezegd, vervult heel wat bodemfuncties –, met voedselproductie als een van de belangrijkste. Voor al die bodemfuncties, van voedselproductie en bron van grondstoffen over waterhuishouding tot biologische habitat en genenpoel, is een gezonde bodem cruciaal. Een gezonde bodem fungeert ook als een spons, die water kan vasthouden door droge periodes, en brengt ook gezondere (voedsel)producten voort. Echter, een groot deel van onze bodems bevindt zich in een ongezonde toestand, zowel fysisch, chemisch als biologisch. Om de bodem te herstellen, moeten we op lange termijn werken. 

Van een goede bodemkwaliteit naar een slechte bodemkwaliteit, dat is helaas een heel snel en makkelijk proces. Omgekeerd, een bodem met een slechte kwaliteit herstellen naar een bodem met een goede kwaliteit, is vaak een werk van lange adem.

- Annemie Elsen, Bodemkundige Dienst België

composteren 5

Om onze bodem weer gezond te krijgen, kan een praktijk als composteren helpen. Composteren krijgt sinds een paar decennia weer meer aandacht en wordt meer toegepast. Bij mensen thuis, in hun tuin of moestuin. Bij grote composteerinstallaties, die sinds de aparte ophalen van ons GFT-afval, kwaliteitsvolle compost afleveren. En bij landbouwers, die met boerderijcomposteren aan de slag gaan. Of mensen nu op grote of kleine schaal te werk gaan, composteren vraagt aandachtige zintuigen en kennis over composteerbare materialen om tot een goed eindproduct te komen. Met naast die belangrijke rol voor de zintuigen ook vernieuwde technologieën, inzichten en mechanisatie, voor hetzelfde principe: organische reststromen toedienen om de bodem te verbeteren. Door samenwerking met landbouwers, tuinders, composteerders, natuurorganisaties, beheerders en beleidsmakers aan onderzoek en regelgeving, kan een toekomst voor (boerderij)composteren gegarandeerd worden.

 

En in de toekomst?

In de snelle, technologische en geürbaniseerde samenleving vandaag, is oude kennis omtrent composteren vaak verdwenen. Concurrentie met kunstmest, andere technieken en afvalverwerkingsmethoden bracht composteren enkele decennia terug tot een praktijk in de niche voor landbouwers en tuinders. Dat leidde tot een kenniserosie, met alle gevolgen voor onze bodem van dien. Gelukkig wint composteren weer aan belang en worden sprokkels aan overgebleven kennis aangevuld met nieuw onderzoek. Dit soort oude landbouwpraktijken zijn immers interessant om te borgen en te onderhouden, omdat ze vaak op kleine schaal belangrijke bijdragen leveren, en omdat ze kennis behouden die mogelijk op grotere schaal kan worden ingezet.

Ga naar 'leerrijk verleden'

Werkplaats Immaterieel Erfgoed
ILVO
Pulse
Human and Nature
Rivierenland
Agentschap Onroerend Erfgoed
Vlaamse Land Maatschappij
Vlaamse Milieumaatschappij
Wageningen
Meertens Instituut
Universiteit Antwerpen